Als je dan goed ingepakt en wel op je motor stapt, is het een kwestie van rijden. Verreweg het belangrijkste is leren kijken.
Je zou zeggen dat dat iets is dat iedereen kan, maar je zult merken dat er ongelofelijk veel valt te leren op dat gebied.
"Je gaat naar waar je naar kijkt", is iets dat je kunt leren gebruiken om bochten vloeiend te rijden. En in het verkeer zul je je bewust moeten worden van alles dat je normaal gesproken over het hoofd ziet. Van het feit dat een vrachtwagen je het zicht belemmert en dat daar achter dus een kind op een fietsje vandaan kan komen, van bomen op een rij in de verte die op een zijweg duiden, van een trekker op het land die de voorbode is van modder op de weg.
Bewust kijken kun je bewust leren, en het helpt je enorm bij het rijden.
There is a version in English of this page:
http://www.lazymotorbike.eu/tips/looking/
Hoe leer je motorrijden?
Goed kunnen motorrijden
De weg is zo'n echte motorrijdersdroom.
Twee motorrijders rijden er, maar dat merken ze pas als ze elkaar tegenkomen.
De één haalt namelijk de ander in, in een bocht.
De inhalende motorrijder steekt na het inhalen zijn hand op om te groeten.
"Hoe kan dat nou?", denkt de ingehaalde motorrijder, "Mijn motor is sneller en nieuwer en sportiever dan de zijne, hij hoort me toch niet in te kunnen halen?"
Ja, hoe kan dat nou? Het is niet altijd zo dat de snelste motor ook het snelst door de bocht komt.
Is die inhaler gewoon volslagen onverantwoordelijk, en is het alleen maar een kwestie van geluk dat hij niet tegen een boom aanreed? Dat kan, maar is niet erg waarschijnlijk.
Heeft de inhaler veel meer kilometers achter zijn kiezen dan de ingehaalde motorrijder? Dat is een goede mogelijkheid, maar hoeft niet het geval te zijn.
Is het een kwestie van talent dan, van erfelijkheid? Je kunt tenslotte een supersnelle motor hebben, en heel veel kilometers maken, maar niet leren motorrijden.
Leren motorrijden
Motorrijden is een kwestie van je hele leven blijven leren. Iedereen doet dat, na het behalen van het rijbewijs, door middel van voortdurende zelfstudie.
En net als bij elke zelfstudie, kan een studeerhulp het verschil maken tussen langzaam vooruit komen, of inhalen in de bocht.
Er zijn een aantal basistechnieken, die iedereen kan trainen. Sommigen doen dat als vanzelf; bij anderen gaat het gemakkelijker als ze opmerkzaam worden gemaakt op die basistechnieken.
Basistechniek nummer 1: Kijken
Kijken
Zoals het menselijk lichaam voor meer dan 70% uit water bestaat, zo bestaat motorrijden voor meer dan 70% uit kijken.
Tijdens je rijles heb je het al vele malen gehoord, als het goed is: "Kijken naar waar je naar toe wilt".
De negatieve versie daarvan blijkt ook keer op keer, wanneer een eenzame motorrijder die de zaak minder onder controle heeft dan hij had gehoopt, precies tegen die ene eenzame boom in die lange overzichtelijke bocht rijdt.
Tijdens rijlessen wordt het kijken meestal vooral bijgebracht bij het draaien van achtjes en cirkeltjes: hoe verder je het cirkeltje inkijkt, en hoe eerder je naar de volgende pilon van de acht kijkt (of de daaropvolgende, of de daar weer op volgende), des te gemakkelijker rijd je foutloos.
Maar kijken is niet alleen belangrijk bij het rijden van rondjes. Kijken is de basisingrediënt van het motorrijden.
Oefenen
Het trainen van je kijkkunsten is waarschijnlijk het meest lonend van alles wat je kunt oefenen, als je je motorrijcapaciteiten wilt opkrikken.
Zorg ervoor dat de uitgangspunten goed zijn: vizier schoon, zonnebril op als de zon schijnt, een gele zonnebril op bij mist of donker, en hou je hoofd onder alle omstandigheden recht, ook als je schuin door de bocht gaat.
Kijken in het Verkeer: anticiperen
Fouten voorspellen
Iedere motorrijder realiseert zich -hopelijk- dat je er niet bent met de voorrangsregels in acht nemen: als je bent doodgereden heb je erg weinig aan het feit dat je voorrang had, en op de motor loop je nou eenmaal wat meer risico dan in de veilige kooiconstructie van een auto.
Het is dus zaak ervoor te zorgen dat je jezelf redt, ondanks fouten van je medeweggebruikers. Dat betekent dat je moet leren zien wat je medeweggebruikers gaan doen, of wat ze zouden gaan kunnen doen.
Voorbeelden van voorspelbare fouten
Je moet lang genoeg van te voren bedacht hebben dat die auto die je daar op die zijweg ziet rijden, wel eens zou kunnen "vergeten" dat jij op een voorrangsweg rijdt en hij niet.
Die auto voor je, die vaart mindert en naar rechts uitwijkt, zou wel eens, precies op het moment dat je hem aan het inhalen bent, kunnen besluiten een oprit links op te draaien. Dat gebeurt vaak, dat iemand die eerst naar rechts rijdt, opeens linksaf slaat!
Die tegemoetkomer die vaart mindert zou wel eens, precies op het moment dat jij hem bijna voorbij rijdt, naar links kunnen afslaan.
Zesde zintuig ontwikkelen
Je moet dus zo leren kijken dat je van alle verkeersdeelnemers leert zien wat voor hopeloze acties ze kunnen gaan uithalen, zodat je daar op voorbereid bent.
Je zult zien dat je daar in de loop der tijd een zesde zintuig voor ontwikkelt: vlak voor het moment dat iemand een voor jou bijna fatale actie uitvoert, "weet" je wat er gaat gebeuren, en kun je de fatale afloop afwenden.
Je ontwikkelt een soort intern lijstje van vaak voorkomende fouten van anderen. Wanneer iemand zo´n fout maakt heb je hem al gezien voordat hij gemaakt wordt.
Hoe langer je rijdt, en hoe meer je oplet, hoe groter je lijstje wordt, en hoe minder vaak je verrast wordt.
Oefenen
Op de snelweg kun je het kijken naar het verkeer goed oefenen door op te letten of je iedereen die jou inhaalt daar al had "voorspeld". Als dat gebeurt zonder dat je het had verwacht, dan had je vaker in je spiegels moeten kijken, of beter moeten vooruitrekenen en onthouden.
Daarbuiten oefen je jezelf door jezelf alles te vertellen wat je ziet, en wat er zou kunnen
gebeuren. Desnoods hardop.
En ook hier zijn acties van anderen waar je niet op had gerekend natuurlijk belangrijke aanwijzingen
voor waar je jezelf kunt verbeteren.
Weten wat je niet kunt zien: anticiperen
Verborgen gevaar
Het lijkt misschien een onmogelijke opgave, om de stommiteiten van al dat verkeer om je heen te kunnen voorspellen, maar al heb je dat volledig onder de knie, daarmee ben je er nog niet!
Behalve stommiteiten voorspellen van iedereen die je ziet, moet je ook nog stommiteiten voorspellen van iedereen die je niet ziet.
Die bestelbus die daar langs de straat geparkeerd staat, daar kan elk moment een bal achter vandaan rollen, gevolgd door een kind.
Voorbeelden van verborgen gevaar
Die trekker die je tegemoet komt, daar zou wel eens een onzichtbare, haastige auto achter vandaan kunnen komen die je in de gauwigheid "niet ziet".
Een uithangbord langs de kant van de weg? Daar volgt een uitrit, dus binnenkort kan er iemand de weg opdraaien, of er staat iemand opeens om de bocht stil om de uitrit in te draaien.
Elk obstakel dat je blikveld belemmert kan in principe een verkeersdeelnemer verbergen.
Vrijdagavond
Een niet-zichtbaar gevaar van een heel andere aard is bijvoordbeeld de wetenschap dat het
vrijdagavond is: dan rijden de werknemers terug van hun bedrijfsborrels, en later op de avond
heb je de kroeggangers.
In Frankrijk moet je vanwege dezelfde reden na elke maaltijd extra opletten. Dronken rijders
laten vaak wisselende snelheden zien, en als ze slingeren weet je helemaal hoe laat het is.
In de loop der tijd zul je een lijstje ontwikkelen van "verdachte situaties".
Je eigen zichtbaarheid
Denk er andersom ook aan dat je ervoor moet zorgen dat jij geen niet-zichtbaar gevaar voor anderen bent, door bijvoorbeeld een vrachtwagen in te halen terwijl je een kruispunt oversteekt.
Hier is een briljant Engels filmpje dat een aantal situaties laat zien die je zult moeten leren kennen.
Oefenen
Wat je hier aan kunt oefenen is om tijdens een rit alles op te noemen waar je iets uit af kunt leiden
dat potentieel gevaar kan opleveren. Concentreer je tijdens zo'n oefenrit op één soort
iets om op te letten, dus niet tegelijkertijd ook proberen zo hard mogelijk door de bocht te rijden of zo.
Hoe vaker je dit bewust oefent, hoe meer je het onbewust zult blijven waarnemen.
Kijken naar de Weg
Aanwijzingen van de weg
De weg zelf kan je veel vertellen. Wanneer de weg opeens weg blijkt te zijn besef je pas hoeveel je er op vertrouwt dat hij zich gedraagt zoals je van 'm verwacht.
Voorbeelden van aanwijzingen
Er zijn dingen als bomen en telefoondraadpalen, waaraan je kunt zien hoe de weg - waarschijnlijk! - verder loopt op de stukken die je niet kunt zien.
Er zijn de onderbrekingen in de berm, waaraan je kunt zien dat er een uitrit of een zijweg is.
De witte strepen op de weg helpen je, meestal zonder dat je het in de gaten hebt, om te volgen
hoe de weg loopt. Je merkt dat pas goed wanneer ze er niet zijn.
Onderbroken witte strepen staan dichter op elkaar op "moeilijke" stukken, waardoor je automatisch de
neiging krijgt om daar langzamer te gaan rijden.
En als de doorgetrokken strepen dubbel op de weg staan is het een gevaarlijk stuk.
En dan is er uiteraard het wegdek, met grind, zwarte bitumen lasnaden die glad kunnen zijn in de regen, witte plastic geplakte markeringen die ook glad kunnen zijn als ze nat zijn, enzovoort.
Oefenen
Over het algemeen zul je het wegdek al lang heel bewust bekijken. Het is daarbij altijd goed om te oefenen met *ver* blijven kijken: wanneer er ergens grind ligt krijgt iedereen de neiging om vlak voor het voorwiel te gaan kijken, waardoor je veel eerder voor verrassingen komt te staan dan wanneer je verder vooruit blijft kijken.
Kijken bij het rijden tussen de file
Ver kijken
Ook het tussen de file doorrijden bestaat voornamelijk uit goed leren kijken.
Eén van de meest gemaakte fouten is, het wordt saai, te dicht voor je kijken. Je ziet iemand in dat geval altijd helemaal slingerend tussen de file doorrijden.
Wanneer je ver vooruit kijkt, en blijft kijken, kun je gewoon rechtuit rijden, wat voor de automobilisten die je passeert veel plezieriger is: die krijgen niet opeens een slingerende koplamp in hun spiegels te zien.
Er zijn een aantal plekken waar je moeilijkheden kunt verwachten:
Een rijstrook minder
Wanneer er in de verte een strook verdwijnt, kun je er zeker van zijn dat veel autmobilisten alvast een
strook zullen opschuiven. Wanneer het de meest linkerstrook is die verdwijnt, kun je dan het beste op
tijd een strook naar rechts opschuiven, ook al rij je dan een tijdje niet tussen de meest linkerstrook en die
daarnaast (de daartoe aangewezen plek).
Je kunt natuurlijk ook op die verdwijnende strook blijven rijden tot aan het einde. Daarbij zul je dan
nogal wat stilstaande of langzaam rijdende autmobilisten (die zich tussen de anderen proberen te wurmen)
moeten inhalen over de redresseerstrook.
Als je dat doet moet je bovendien bij het weer invoegen tussen de file *heel erg goed* kijken of daar
geen andere motorrijder aan komt rijden. Die heeft voorrang!
Tussen de stroken gaan rijden
Het moment waarop je besluit tussen de file door te gaan rijden is ook een moment om op te letten:
kijk *altijd* in je spiegels, want het gebeurt nogal eens dat een motorrijder een andere motorrijder aan hoort
komen rijden (tussen de file door terwijl hij zelf tussen de auto's hangt), en op precies dat moment besluit
er ook tussen te gaan rijden.
De achteropkomende motorrijder heeft voorrang! Degene die tussen de file gaat rijden moet zich net zo gedragen
als wanneer hij gaat inhalen: in de spiegel kijken of het gaat dus!
Motorrijder inhalen
Andersom moet je, wanneer je tussen de file doorrijdt, extra alert zijn wanneer je daarbij een andere motorrijder inhaalt. Het gebeurt opvallend vaak dat die precies wanneer jij langs rijdt naar jou toeschuift om ook tussen de file door te gaan rijden!
Ontstaan file
Wanneer een file net is ontstaan zie je ook vaak meer wisselingen van strook dan wanneer de file zich zo'n beetje "gezet" heeft.
In- en uitvoegstroken
In de buurt van in- en uitvoegstroken moet je altijd extra bedacht zijn op automobilisten die van strook
verwisselen. De manier om dat te zien is niet om vlak voor je te kijken, maar om ver vooruit te kijken,
en dan te focussen op bewegingen. Je ziet altijd de wielen een andere kant opdraaien voordat er een
strookwisseling plaatsvindt. Kijk vooral ook in hun spiegeltjes om te zien of zij daar wel in
kijken. En in gunstige gevallen zie je ook nog een knipperlicht natuurlijk.
Ook zie je zo'n auto vaak eerst juist de andere kant op bewegem, voor hij de draai naar je toe maakt.
Gat tussen auto's
Wees extra alert als er ergens een gat zit tussen twee auto's: de kans dat een auto in de andere strook daarvan gebruik wil maken door er in te draaien is behoorlijk groot.
Vrachtwagens
Bedenk dat er voor een vrachtwagen heel vaak zo'n gat zit, ook al kun je niet om het hoekje kijken. Voor een vrachtwagen kan zich bovendien een auto verschuilen. Daarvan kun je de wielen en eventuele knipperlichten niet zien, en die kan dus zo vlak voor je naar de andere strook draaien.
Stilstaande file
Wanneer een file echt stilstaat kun je openslaande deuren verwachten: rijdt dan echt langzaam, want daar valt weinig tot niets aan te anticiperen.
Spiegels gebruiken
Tenslotte: ook bij het tussen de file doorrijden je spiegels gebruiken. Komt iemand je achterop, zoek dan een gaatje en laat hem even langs: iedereen heeft zijn eigen tempo.
File pagina
Over het rijden tussen de file hebben we bovendien nog een File pagina geschreven.
Kijken naar jezelf
Het belangrijkste bij het leren kijken is dat je naar jezelf leert kijken.
Tijdens een ritje kun je je op één ding concentreren, en dan registreren wat je had *kunnen* zien, maar niet zag. Dat moet je dan zien te behandelen als informatie waar je iets aan hebt, in plaats van als negatieve kritiek op jezelf waar je jezelf mee om de oren slaat.
Wijd Kijken
Wijd kijken
Uiteindelijk moet je voor elkaar zien te krijgen dat je in alle omstandigheden "wijd" kunt blijven kijken. Dat houdt in dat je je niet op één voorwerp fixeert, dat je niet alleen ver, of alleen dichtbij kijkt, dat je niet alleen de weg ziet of alleen wat zich naast de weg bevindt, maar dat je alles tegelijk blijft opmerken.
Daarbij zul je merken dat er steeds meer dingen zijn die je informatie geven. Je ziet iets bewegen schuin voor
je, een fiets of een auto of een trekker, niet op jouw weg. Daardoor zie je al lang van te voren dat er een
zijweg aan komt.
Je ziet een bietenveld naast de weg, en je weet dat het bietenrooitijd is. Uitkijken dus voor
moddervette baggersporen.
Oefenen
Ook dit is iets wat je kunt oefenen. Daarbij kun je bedenken dat je jezelf eigenlijk nooit hoeft te trainen om te zien wat dichtbij is: dat doe je vanzelf wel. Het probleem zit hem in zien wat verder weg is, en dat steeds te blijven doen.
Kijken, zien, snappen
Als je heel precies het kijken onder de loep neemt, kun je verschil maken tussen wat er aan beeld
via je ogen binnenkomt (in principe alles wat binnen je blikveld valt), wat je bewust waarneemt (veel minder),
en wat voor informatie je daar uithaalt (de betekenis die je geeft aan wat je ziet).
Je ogen geven aan je hersenen door dat er een wit vlak te zien is, met daarin iets groen en geels en wits.
Je hersenen zeggen: "Hmmm, ik denk dat mijn baas dit moet weten. Doorgeven!". En dan bedenk jij dat het
wel bar gezellig zal worden als je daar een biertje gaat drinken.
Het "kijken, zien, snappen" wordt na dat biertje trouwens een stuk moeilijker, dus hou het maar bij
een alcoholvrije.
Kijken gaat vanzelf
Bij het leren kijken hoef je dus niet je ogen te leren meer signalen door te geven: alles wat je nodig hebt
komt sowieso wel binnen.
Het probleem zit hem in waar je je wel en niet bewust van wordt, en in de conclusies die je daar al dan
niet uit trekt.
Zien moet je leren
Bij het leren "wijd" kijken is het dus niet alleen kwestie van niet op één punt fixeren, maar vooral ook om *zoveel mogelijk* bewust te zien, en niet alleen maar de dingen waarvan je gewend bent dat je er op moet letten (waarbij je dus de rest "niet ziet", zoals automobilisten na een aanrijding ook zo vaak over een toch beslist niet onzichtbare motorrijder helemaal eerlijk zeggen "Ik had hem niet gezien".)
Afdeksituaties
Andersom moet je er ernstig mee rekening houden dat de meeste van je medeverkeersdeelnemers alleen maar "zien" wat ze gewend zijn te zien.
Een hele gevaarlijke wat dat betreft is de situatie dat een autmobilist voor een kruispunt staat dat leeg is.
Er komt een vrachtwagen langs, en in de tussentijd kom jij aanrijden, achter die vrachtwagen dus.
De automobilist in kwestie is nu sterk geneigd alleen te "zien" wat hij zag voordat die vrachtwagen het zicht
belemmerde, oftewel: de kans dat hij jou niet ziet is erg groot.
Bij zogenaamde afdeksituaties (waarin iemand die jou voorrang zou moeten geven je een poos niet kan zien doordat er iets tussen jou en hem zit) maakt dit de kans op een ongeval dus nog groter.
Wat zien anderen niet?
Bij leren kijken hoort dus ook: leren beseffen wat anderen niet zien, of niet kunnen zien, en daar rekening mee houden. Als jij over een auto heen moet kijken om de ander te zien, zal hij jou hoogstwaarschijnlijk niet waarnemen. Als jij niet in iemands spiegel kunt kijken, kan hij jou ook niet zien!
Commentaar, FAQ, op een aparte pagina