terug Code voor foto:
bovenrand bovenrand

English Tips voor Veiligheid op de motor Nederlands

onderrand verboden voor auto's verboden voor auto's Naar menu
Besneeuwde Alpen met waarschuwingsbord
Prudence, Vorsicht, Prudenza....

De kleding die je voor op de motor kunt kopen zit vol snufjes voor je veiligheid, je hebt een helm op, misschien heeft je motor wel ABS; je zou haast vergeten dat dat allemaal zaken zijn die maar een fractie kunnen betekenen voor je veiligheid in vergelijking tot wat je daar actief aan kunt bijdragen.

Motorrijden betekent dat je je lot in eigen hand neemt, dat je je verantwoordelijkheid voor je eigen veiligheid neemt, en dat je dat niet overlaat aan een kooiconstructie of kniebeschermers (niet in de laatste plaats omdat die niet in de buurt komen van wat jij zelf kunt doen).

Actief zorgen voor je eigen veiligheid betekent bijvoorbeeld dat je jezelf aanleert te letten op fouten die anderen kunnen gaan maken, dat je voorbereid bent op dat soort situaties, en je er uit weet te redden. Dat is een hele andere houding dan "Ik zat goed en hij zat fout."

Op deze pagina over veiligheid proberen we aanwijzingen te geven over hoe je je zo'n houding eigen kan maken.

 

english  There is a version in English of this page:
http://www.lazymotorbike.eu/tips/safety/

 

Op deze pagina:

Verschillende manieren om voor je veiligheid te zorgen

Veiligheid: motorkleding

Als je het hebt over veiligheid op de motor, denken de meeste motorrijders aan helmen, protectoren of leren pakken.

En inderdaad, al die dingen hebben met veiligheid te maken. Maar vergeet niet dat er een directere manier is om aan je veiligheid te denken.

Meer over die vorm van veiligheid vind je op onze Motorkleding pagina.

Veiligheid: ongelukken voorkomen

Je veiligheid vergroten kun je doen door alles in het werk te stellen om een ongeluk te voorkomen (de primaire veiligheid), en door ervoor te zorgen dat de schade, wanneer het te laat is, zoveel mogelijk beperkt blijft (secundaire veiligheid).

Auto: secundair, motor: primair

In feite is het grote verschil tussen autorijden en motorrijden dat je in een auto een enorme hoeveelheid secundaire veiligheid hebt (de hele auto is een soort van veiligheidscocon om je heen), terwijl je op de motor je veiligheid toch vooral in je eigen hand hebt (primaire veiligheid dus).

Op deze pagina bespreken we beide soorten veiligheid.
Maar eerst wat cijfermateriaal over motorongelukken.

 

Ongelukken van motorrijders: wat cijfers

MAIDS rapport

In Europa is gedetailleerd onderzoek gedaan naar ongelukken van motorrijders, en zijn cijfers daarvan vergeleken met cijfers van wat er zoal op de weg rijdt.
Dat MAIDS-rapport is on-line.

Een aantal uitkomsten (in de items hier onder zullen we af en toe naar sommige van deze cijfers verwijzen):

  1.  Menselijke fout motorrijder: In 37% van de gevallen was de hoofdoorzaak van het ongeluk een menselijke fout bij de motorrijder. Zo'n menselijke fout kon bestaan uit gebrekkige aandacht of gebrekkige vaardigheden.
    De onderzoekers merken op dat er soms vaardigheden nodig zijn die uitstijgen boven wat er voor examens nodig is.
  2.  Beslissingsfout motorrijder: Als bijkomende oorzaken kwamen vaak voor: motorrijders die het andere voertuig over het hoofd zagen en het nemen van verkeerde beslissingen (ze kozen een niet-adequate strategie om het ongeluk te voorkomen).
    In 13% van alle gevallen was er zo'n beslissingsfout bij de motorrijder.
  3.  Menselijke fout automobilist In 50% van de gevallen was de hoofdoorzaak van het ongeluk een menselijke fout van de bestuurder van een auto.
  4.  Niet bewust van slecht zicht: In ongeveer 1/3 van de ongelukken gingen motorrijders en automobilisten de mist in doordat ze geen rekening hielden dat ze niet alles konden zien (doordat er iets voor stond), en doordat ze daardoor een verkeerde manier hadden om door het verkeer ter plekke te rijden.
  5.  Het gevaar zit voor je: 90% van alle risico's voor de motorrijder, in de vorm van auto's en in de vorm van de omgeving (bomen of lantarenpalen waar de motorrijder tegen botste zeg maar), bevonden zich voor het ongeluk voor de motorrijder: het gevaar zit dus meestal voor je.
  6.  De motorrijder wordt niet gezien: Als je naar de hoofdoorzaken kijkt, bestonden 70% van de menselijke fouten van automobilisten uit het niet opmerken van de motorrijder.
  7.  Klap tegen weg of auto: Motorrijders botsten het vaakst met de weg (dan komen ze dus geen paaltjes en dergelijke tegen) en met auto's.
    In 60% van de ongelukken was de botsingspartner een personenauto.
  8.  Vrijwel geen technische problemen: In minder dan 1% waren er technische problemen met de motor.
    Meestal hadden die met de banden te maken.
  9.  Hogere of lagere snelheid: In 18% van alle gevallen was de snelheid van de motorrijder hoger of juist lager dan de snelheid van het omringend verkeer. Dit snelheidsverschil wordt gezien als een bijkomende oorzaak.
  10.   Weinig ervaring: risico Bij 24.2% van de ongelukken waren motorrijders betrokken met minder dan 6 maanden ervaring.
  11.   Ervaring: minder vaak de oorzaak Over het algemeen zijn rijders met meer ervaring minder vaak de primaire oorzaak van ongelukken.
  12.   Eerste 6 maanden oppassen! 29% van de rijders met minder dan 6 maanden ervaring had te weinig rijvaardigheid, en dit percentage zakte tot 6,4% voor rijders met meer dan 8 jaar ervaring.

 

Ongelukken voorkomen: primaire veiligheid

Oefenen

Als motorrijder moet je het toch vooral van je primaire veiligheid hebben, want motoren zullen bij een ongeluk nooit net zo "veilig" zijn als een auto. Voor die primaire veiligheid zul je moeten werken!

Hoe belangrijk het is om te oefenen laten de items 10, 11 en 12 zien.
Aan dat percentage van motorrijders dat na 8 jaar nog steeds te weinig rijvaardigheid bezit is te zien dat je er niet komt door er niks voor te doen.

Kijken en anticiperen

De "zachte" kant van rijvaardigheid, kunnen kijken en anticiperen en opletten, zit waarschijnlijk niet eens in deze cijfers verwerkt. Al met al is duidelijk dat je je veiligheid voor een overweldigend deel zelf in de hand hebt!

Goed voor anderen

Een extra pluspunt van actieve veiligheid is, dat andere verkeersdeelnemers er baat bij hebben als jij daardoor ongelukken weet te voorkomen. Passieve veiligheid draagt daar minder aan bij: een voetganger die door een auto wordt aangereden en daardoor misschien overlijdt, heeft er weinig aan dat de bestuurder veilig is door al zijn secundaire veiligheidsattributen...

De extra aandacht die een motorrijder gewend is aan z'n omgeving te schenken zorgt er hoogstwaarschijnlijk voor dat deze kippen ook in leven blijven.

Actief veilig

Je primaire veiligheid verhogen betekent:

je conditie in de gaten houden (en die van je motor)

kijken en weten wat je niet kunt zien: anticiperen

oefenen met remmen

oefenen met uitwijken

ruimte om je heen houden

 

Hou je conditie in de gaten (en die van je motor)

Motor in conditie

Uiteraard zorg je ervoor dat je motor je niet onderweg met vervelende kuren kan verrassen, dat je banden op spanning zijn, dat je lichten het doen, en dat je remblokjes niet versleten zijn en dergelijke.

Maar ongelukken die gebeuren doordat er iets mis is met de motor komen nauwelijks voor: zie item 8 van de crash statistieken.

Aandacht

Items 1 en 2 van de statistieken laten zien dat gebrek aan aandacht een belangrijke ingrediënt is van ongelukken. En wanneer je 3 en 4 bekijkt, en bedenkt dat motorrijders vooruit horen te kijken en horen te anticiperen, realiseer je je dat je aandacht van grote waarde is.

Dat betekent dat het heel belangrijk is dat je:

  • - jezelf in een goeie conditie houdt,
  • - op tijd eet (vooral belangrijk tijdens een lange tocht!)
  • - op tijd drinkt (hetzelfde, en vooral belangrijk als het heet is)
  • - in de gaten houdt of je (te) moe bent
  • - het jezelf comfortabel maakt (niet te heet, niet te koud, en vooral ook droog)
  • - al je dagelijkse en niet zo dagelijkse problemen vergeet.

Het lijkt overdreven om dit soort dingen op te sommen, maar veel mensen vergeten hoe belangrijk het is. Vooral het laatste item wordt vaak vergeten.
Bedenk ook wat een beloning je krijgt wanneer je er in slaagt je problemen van je af te zetten: op een Zen-achtige manier ben je dan aan het motorrijden, en ben je niks anders aan het doen.

Kleding

Ook wat kleding betreft is het belangrijk om te onthouden dat primaire veiligheid belangrijker is dan secundaire, op de motor, en dat een heel belangrijk aspect van die primaire veiligheid is dat het goed met je gaat, dat je goed kunt nadenken en bewegen.
Het klinkt cru, maar beter een helder hoofd en een spijkerbroek dan oververhitte hersenen en twintig protectoren!

 

Kijken en weten wat je niet kunt zien: anticiperen

Fouten van anderen

Wat kijken betreft is het handig om de Tips voor het kijken op de motor even te bekijken.

Het is uit de statistieken (vooral item 3) duidelijk dat anticiperen op mogelijke fouten van anderen van groot belang is.

Wat zie je niet?

Een extra aandachtspunt is heel duidelijk het je bewust zijn van wat je niet ziet (zie item 4).

Wees dus extra alert bij vrachtwagens langs de kant van de weg (die je zicht kunnen blokkeren op spelende kinderen of op een zijstraat), op vrachtwagens die je inhaalt (in de file bijvoorbeeld), en uiteraard bij inhaalacties voor bochten.
Wees ook alert op "dips", stukken weg die onder je blikveld liggen.

Probeer bewust een soort lijst op te bouwen van dat soort situaties, waarin er iets verstopt kan zitten.

 

Oefenen met remmen

Hard remmen

Wanneer anticiperen niet voldoende is gelukt, of je hebt iets over het hoofd gezien, kom je soms in de situatie dat er een ongeluk zou gebeuren wanneer je niets zou doen.
In veel gevallen kan remmen je uit de brand helpen.

De meeste mensen kunnen lang niet zo hard remmen als hun motor in principe kan remmen.
Oefenen, veel oefenen, is geboden!

Remmen heeft met grip te maken, en grip met je banden en met het gewicht dat er op rust.
Hoe meer gewicht er op een band rust, en hoe plakkeriger het rubber is, hoe beter je met die band kunt remmen.

Remmen en gewicht

Het gewicht van een motor maakt daarom niets uit: op een lichtere motor hoeft de band minder z'n best te doen om de motor tot stilstand te brengen, maar dat lichte gewicht zorgt er tegelijkertijd voor dat de banden van zo'n motor ook minder kunnen remmen dan onder een zwaardere motor.

Het gewicht van de motor zelf maakt dus niets uit, maar de gewichtsverdeling wel.
Tijdens een afdaling hoef je je achterrem maar heel licht aan te raken en je krijgt al een blokkerend wiel: er zit zo weinig gewicht op het achterwiel dat een beetje remmen het wiel al stilzet.

Tijdens het remmen gebeurt iets dergelijks: er komt veel meer gewicht op het voorwiel.

 

Remtechniek

De techniek voor de meeste motoren (sjoppers en lange zware toermotoren zijn hier de uitzondering) voor een noodremming (dat wil zeggen: zo hard mogelijk) is daarom als volgt:

  • Trek de koppeling in (waardoor je achterwiel niet meer wordt aangedreven, en zo niet meer de motor op kan "duwen"
  • Blijf van de achterrem af (als je hard remt kom vrijwel al het gewicht van je motor op de voorkant; de achterkant kan dan niet meer meedoen. Het enige wat je dan met de achterrem kunt doen is het achterwiel stilzetten zodat het gaat schuiven en dat wil je niet hebben)
  • Leg de voorrem even aan, en knijp dan. Oefen met knijpen, net zo lang tot je je band zachtjes hoort jammeren. Dan zit je op het maximum van wat je kunt remmen. Je kunt echt flink doorknijpen!
  • Pas bij het oefenen vooral met een lichte (sport-)motor op voor stoppies. Maak je een onverwachte stoppie, vier de voorrem dan een beetje (dus niet abrupt loslaten).

Cruisers: ook achterrem

Sjoppers en lange toermotoren moeten hun achterrem wel blijven gebruiken: die krijgen niet al het gewicht op het voorwiel tijdens een remming, en dus zit er bij die motoren wel potentiële hulp bij het remmen in de achterrem.
Die achterrem moet dan natuurlijk wel met *beleid* gebruikt worden (niet grof intrappen dus); ook bij sjopper-achtigen kan het achterwiel blokkeren, met alle nare gevolgen van dien!

Het is een overweging om bij het oefenen de achterrem met mate te gebruiken bij het aanleggen van de voorrem: dat helpt om de motor "klaar" te maken voor het echte harde remmen. Na het aanleggen laat je de achterrem dan los.
Het probleem is dat het een gewoonte wordt om de achterrem erbij te pakken in een noodsituatie, en dat het dan heel moeilijk is om 'm weer los te laten.

Remmen in een bocht

Oefen beslist ook het remmen in een bocht!
De procedure is hetzelfde, maar daarbij moet je ook nog de motor de bocht in blijven duwen (met je knie, en door het stuur in de richting van de bocht te duwen). Je kunt dan uiteraard niet zo hard remmen als rechtuit, maar nog steeds heel behoorlijk.

Remmen wordt nog veel uigebreider behandeld op onze Remmen pagina.

 

ABS

En hoe zit het met ABS?

Niet blokkeren

Het idee van ABS is dat je ervan verzekerd bent dat je in een noodsituatie niet blokkeert.
Dat lijkt ideaal, maar niet alle ABS systemen zijn perfect (het wordt wel steeds beter!):

Soms nadelen

  • Een aantal ABS systemen grijpen in voor het moment dat je maximaal remt.
  • Als de ondergrond hobbelig is zal het ABS veel te vroeg ingrijpen: het raakt in de war. Dat betekent scary moments op slechte weggetjes in de bergen.
  • Op grind, zand, gras en andere ondergronden zit een ABS je verschrikkelijk in de weg. Dat van een BMW GS kun je uitschakelen, maar daar moet je wel voor stoppen en je motor uitzetten. Op andere motoren kun je dat helemaal niet doen.
  • Sommige ABS systemen zijn voorzien van anti-stoppie-intelligentie. Als ze merken dat het achterwiel te licht wordt grijpt het ABS op het voorwiel in. Dat betekent dat je voorwiel opeens vooruit glijdt terwijl het nog lang niet tegen de blokkeringsgrens aan zat. Vooral omlaag in de bergen, remmend voor een bocht, gebeurt dat regelmatig, en ik kan uit persoonlijke ervaring vertellen dat dat verschrikkelijk voelt.
  • De meeste mensen hebben de neiging om hun snelheid op te voeren (vooral in de regen) als ze ABS hebben (het "Ik heb toch ABS"-syndroom).

Afwegen

Je zult bij jezelf moeten nagaan hoe vaak je situaties tegenkomt waarin het ABS je in de weg zit, en hoe vaak je situaties tegenkomt waarin het je zou kunnen redden.

Het hangt ook af van hoe je de motor gebruikt: als je vaak "de wildernis" in gaat ben je waarschijnlijk slechter af met ABS.

Altijd oefenen

Als je voor ABS kiest, vergeet dan niet toch te oefenen. Als je uitschakelbaar ABS hebt, oefen dan ook met het ABS uitgeschakeld.

En onthou dat ABS alleen gunstig is voor je veiligheid wanneer je rijdt alsof je het niet hebt.
Als je de neiging hebt om je snelheid op te voeren omdat je toch ABS hebt, zorgt dat ABS er alleen maar voor dat je veiligheid afneemt!

 

Oefenen met uitwijken

Òf remmen òf uitwijken

Remmen is niet in elke situatie de aangewezen strategie. Soms is het veel beter om uit te wijken.
Belangrijk is om één ding tegelijk te doen: remmen of uitwijken. Als je beide moet doen, rem dan eerst de snelheid er uit, laat de rem los, en wijk dan uit.
In rijopleidingen voor gevorderden wordt dat meestal goed geoefend.

Countersteeren

Uitwijken gaat verreweg het snelst en het meest efficient door te countersteeren.
Dat houdt in, heel simpel:

  • Als je naar links wilt uitwijken, duwen tegen je linkerhandvat.
  • Als je naar rechts wilt uitwijken, duwen tegen je rechterhandvat.

Oefen dat uitwijken, vooral als je die manier van een bocht inzetten niet kent.

Hoever inleunen?

Het is ook erg belangrijk om uit ervaring te weten hoe ver je je motor kan inleunen in een gegeven situatie. Dat je precies weet hoe ver je kunt gaan in elke situatie.
Net zoals bij remmen, komen er niet alleen ongelukken voor die voorkomen hadden kunnen worden door harder te remmen of dieper in te sturen, maar zijn er ook ongelukken die veroorzaakt worden door te hard te remmen of door te ver in te leunen.

Om veel gevoel voor bochtenrijden te krijgen is het ideaal om een vakantie in de bergen door te brengen, en natuurlijk om een rijvaardigheidstraining op een circuit te doen.

 

Ruimte bewaken

Ruimte voor extra marge

Een andere manier om je eigen veiligheid te vergroten is om te beseffen dat je er zelf verantwoordelijk bent om de ruimte om je heen te houden zoals die is.
Je kunt die ruimte gebruiken om extra marge te hebben bij het remmen, om uit te wijken, of gewoon om even extra de tijd te hebben om te beslissen wat je moet doen.

Je vergeet erg gemakkelijk om die ruimte om je heen te bewaren, vooral wanneer je aan het proberen bent een vrachtwagen in te halen. Maar zelfs dan is het gemakkelijker om die vrachtwagen in te halen wanneer je afstand behoudt tussen jou en die vrachtwagen, tot het moment dat je kunt accelereren om in te halen.

Het is *jouw* ruimte, en je kunt die ruimte gebruiken in een noodgeval, dus wees er zuinig op...

 

Commentaar, FAQ, op een aparte pagina

 

Zoeken op deze site